Ik weet niet
hoe het nu verder gaat,
nu mijn katje,
steun en toeverlaat er niet meer is,
wat een immens gemis.

Ik weet niet hoe ik ‘s ochtends opsta
zonder dat jij me gadeslaat,
terwijl onze samenhang
het enige is waar ik naar verlang.

Ik weet niet
hoe ik de dag doorkom
zonder dat jij bij mij klom,
zelfs jouw nageltjes mis ik
en vooral jouw lieve blik.
Ik weet alleen
dat jij
in mijn hart en gedachten
voor alle dagen en nachten
er altijd zult zijn
bij mij.

(Els Van Belleghem)

Rouwverwerking in het algemeen

In tegenstelling tot rouw na overlijden van een mens, wordt rouw na de dood van een huisdier niet erkend, het verlies wordt maatschappelijk niet als betekenisvol aanvaard. Dit maakt het gevoel van verlies vaak nog veel dieper, nog veel intenser. Men krijgt niet voldoende de kans zijn verdriet te uiten, er wordt weinig of geen ondersteuning geboden, er zijn geen rouwkaartjes en geen condoleancebezoeken, geen koffietafel, niets. Wel komt het al langer hoe meer voor dat de dierenarts na het overlijden een deelnemingskaartje stuurt. Dit wordt over het algemeen zeer sterk op prijs gesteld. Sommige dierenartsen bellen je na enkele dagen zelfs op. Zo’n telefoontje is zeer welkom. Vaak zit je nog met allerlei vragen en twijfels die je op het moment van het overlijden niet kon/durfde uiten. Het is trouwens aangetoond dat baasjes tijdens het emotionele moment van de euthanasie maar een zeer beperkt deel van de uitleg van de dierenarts onthouden. En duidelijkheid en begrip van de situatie is nu net belangrijk om verlies te verwerken.

Verlies is uniek. Verlies is steeds een zeer persoonlijke ervaring. Geen enkele persoon rouwt op dezelfde manier. Ook de duur en de omvang van het verdriet verschillen van persoon tot persoon. Verdriet kan mensen uit elkaar drijven of hen juist dichter bij elkaar brengen. Mannen en vrouwen rouwen op een andere manier. Mannen hebben van jongs af geleerd dat “echte mannen niet huilen”. Ze kunnen dan ook moeilijk hun verdriet uiten en weten vaak niet hoe ze troost kunnen bieden. Mannen hebben de neiging eerder probleemoplossend te werken en praktische oplossingen te zoeken om de pijn te verminderen: opnieuw gaan werken, een hobby zoeken,… Vrouwen willen hun emoties uiten en deze delen en verwachten daar dan ook een reactie op. Als deze reactie dan niet komt, voelen ze zich niet begrepen en in de steek gelaten. Nochtans hebben ze allebei verdriet, alleen gaan mannen en vrouwen daar op een andere manier mee om. Ondanks het persoonlijk karakter van het rouwproces, kan men bij de meeste mensen gelijkaardige reacties en gevoelens terugvinden.

Emoties en reacties na verdriet

Psychiater Elisabeth Kübler-Ross onderscheidt 5 fasen die de meeste mensen geheel of gedeeltelijk doorlopen bij het verwerken van hun verlies. Deze fasen hoeven niet allemaal bij iedereen voor te komen, ze zijn niet voor iedereen even intensief en ook de volgorde kan verschillen. Rouw is immers uniek.

  • ontkenning: Bv. wanneer men hoort dat het dier moet worden ingeslapen, reageren baasjes soms met schijnbaar totaal inadequate vragen zoals “heeft hij nu extra vitaminen nodig?”, “Kan u de nageltjes nog even knippen?”,…Allemaal ontkenningsreacties. Men begrijpt op zich wel dat men het diertje moet afgeven maar men kan het nieuws niet aan.
  • protest of boosheid: woede kan naar buiten gericht zijn, naar anderen, maar kan ook naar binnen gericht zijn en zich uiten in schuldgevoel.
  • onderhandelen en vechten: wanneer men hoort dat men stilaan afscheid moet nemen van het dier, kan men het extra vertroetelen met lekkere hapjes, nog alle mogelijke medicijnen toedienen, men belooft extra te gaan wandelen in de hoop dat hij nog een tijdje kan blijven, ook al beseft men diep in zich dat het uitzichtloos is.
  • depressie: zwaar verdriet, slapeloosheid, angst,…
  • aanvaarding : men gaat zich stilaan beter voelen, maar enkel op voorwaarde dat men werkt aan zijn verdriet en niet enkel probeert de tijd alle werk te laten doen.

Manu Keirse bespreekt in zijn boek “Helpen bij verdriet en verlies” heel duidelijk de verschillende emoties en reacties die zich kunnen voordoen na verlies. Deze emoties zijn heel normaal, je hebt immers net een geliefde vriend verloren. Deze emoties en gevoelens kaderen in de 5 rouwfases die hierboven beschreven zijn.

  • het gevoel gek te worden : Onze maatschappij verwacht dat mensen zich sterk houden, “flink” zijn. De intense gevoelens die je overspoelen na een afscheid passen niet echt in dit plaatje. Men bekijkt je raar en zelf begrijp je de hevigheid van die gevoelens ook niet echt. Toch komen dergelijke hevige gevoelens zeer frequent voor bij rouwenden en is het dus niets om je voor te schamen.
  • verwarring en desoriëntatie : onsamenhangende gedachten dwarrelen door je hoofd, je begint aan van alles zonder het af te werken, je slaapritme raakt in de war, je voelt je rusteloos, opgewonden, ongeduldig en in de war.
  • ambivalentie : ambivalentie kan zich zowel voordoen in gevoelens als in gedrag. Vooral na een lange, slepende ziekte van je dier voel je niet enkel verdriet maar ook een zekere opluchting. Uiteraard heb je met alle liefde je zieke vriend verzorgd maar onderschat niet hoe zwaar zo’n taak is geweest. Achteraf wil je van alles doen maar je komt tot niets, je wil vergeten en loslaten maar tegelijk de herinneringen koesteren. De dood van mijn lieve poes Dokus was verschrikkelijk en toch was er een zekere opluchting. Haar lijden was voorbij.
  • angst en vrees : pijn en verdriet steken op alle momenten de kop op en ondermijnen je zelfvertrouwen. Daarnaast ben je bang om ook anderen te verliezen. Toen Felix stierf, wou ik de andere katten amper nog buiten laten, zo bang was ik dat hen hetzelfde zou overkomen. Ik wou niet opnieuw een stuk van mezelf kwijtraken.
  • protest en agressie : boosheid op alles en iedereen, zelfs op het overleden dier omdat je je in de steek gelaten voelt. Agressie die niet in goede banen geleid wordt, kan zich tegen jezelf richten en leiden tot zelfvernietigend gedrag.
  • schuldgevoel : schuldgevoel omdat je dier dood is en je zelf nog leeft, om de boosheid die je voelt, de opluchting misschien na een slepende ziekte. Deze schuldgevoelens kunnen reëel of irreëel zijn, ze moeten in ieder geval geuit worden.
  • schaamte : we voelen ons anders dan anderen, het verdriet is zo intens en komt te pas en te onpas naar boven, we zijn tijdelijk niet in staat om het beeld dat we hebben van onszelf, hoog te houden. Nochtans hoeven we ons helemaal niet te schamen om ons gedrag of onze gevoelens. Afscheid nemen is nu eenmaal moeilijk en je mag rustig de tijd nemen om te treuren.
  • depressie en wanhoop : als we denken aan rouwende mensen, denken we vaak aan iemand die treurend in een hoekje zit te wenen. Dit kan maar hoeft niet altijd zo te zijn. Iedereen verwerkt zijn verdriet anders.
  • pijnscheuten : pijnscheuten kunnen zich onverwacht en hevig voordoen. Men mist zijn gestorven kameraad vreselijk en het lijkt alsof je hart wordt uitgerukt. Naarmate de tijd vordert, nemen deze pijnscheuten in hevigheid en frequentie af. Toch kunnen ze zich opnieuw manifesteren bij iets dat je herinnert aan het verlies.
  • dwangmatig overpeinzen : men speelt steeds opnieuw de film van het overlijden af, de momenten ervoor, de dood zelf, steeds opnieuw stelt men zich de vraag hoe het is kunnen gebeuren en dat de dood niet had kunnen verhinderd worden als…Je bent in gedachten constant bij je overleden dier. Dit is volkomen normaal, je probeert je vriend bij je te houden en te koesteren en zo uiteindelijk afscheid te nemen.
  • vragen naar de zin : de omstandigheden van het overlijden kan men achterhalen (ziekte, ongeval, ouderdom) maar waarom nu juist dat dier moest sterven op dat moment is een vraag waarop je het antwoord nooit zal weten. Het zoeken naar het waarom, naar zin en betekenis hoort evenwel bij een rouwproces en het is dan ook goed dat je er even bij stilstaat.
  • idealisering :  men gaat zich het dier als ideaal wezen voorstellen, zonder negatieve aspecten en men ziet tijdelijk de andere dieren over het hoofd die ook hun prachtige trekjes hebben, die ook je liefde nodig hebben. Stilaan creëert men opnieuw een beeld dat meer met de werkelijkheid overeen komt en krijgt men weer oog voor de omgeving.
  • geliefde voorwerpen : het is niet omdat je dier is overleden, dat onmiddellijk alles wat je aan hem doet denken moet verdwijnen. Een halsbandje, zijn mand, enkele mooie foto’s. Deze voorwerpen geven je een veilig gevoel. Ik heb nog steeds foto’s staan van katten die reeds jaren zijn overleden. Als ik er nu naar kijk, voel ik opnieuw die band van warmte en vertrouwen. Iets anders wordt het wanneer je een schrijn gaat creëren waarin je alles bewaart hoe het was voor de dood. Je probeert dan de werkelijkheid te ontlopen en zo verwerk je het verdriet niet op een constructieve manier.
  • zelfmoordgedachten : men wil de pijn van het verlies niet meer voelen, men wil niet effectief dood. Als je concreet plannen maakt, is de situatie anders en heb je hulp nodig.
  • dromen : in dromen zie je soms je overleden vriend terug en je kan het gevoel hebben dat hij echt aanwezig is. Na een traumatisch overlijden kan je nachtmerries hebben. Praten over je dromen kan helpen verlies te verwerken.
  • veranderingen in sociale relaties : door je verlies lijken alle andere zaken onbeduidend, je verliest je energie, anderen irriteren je, je wijst geboden hulp af ook al heb je er behoefte aan. Anderzijds heb je soms de neiging om je juist vast te klampen aan anderen, om je hulpbehoevend op te stellen. Probeer je open te stellen en te praten over je verdriet, maar neem je tijd.
  • lichamelijke reacties : weinig of juist te veel eten, vermageren, vermindering van energie, vermoeidheid, lusteloosheid, slaapproblemen, beklemming, zenuwachtigheid, maagklachten,…Ongeveer elk lichamelijk symptoom kan een uiting zijn van verdriet. Soms komen symptomen zelfs nog voor lang na het overlijden als teken dat je verdriet nog niet is verwerkt.

Tijd op zich heelt niet alle wonden. Je moet ook iets doen met die tijd. Het is de uiting van je verdriet en de steun die je vindt bij anderen, die genezend werken. Manu Keirse spreekt in zijn boek “Helpen bij verlies en verdriet” heel duidelijk van rouwarbeid. Verlies verwerken is arbeid verrichten. Niet te verwonderen dat verdrietige mensen vaak moe zijn. In de rouwarbeid kunnen 4 rouwtaken onderscheiden worden.

Eerste rouwtaak: aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies

Als een geliefd dier sterft, heb je dikwijls het gevoel dat dit niet waar kan zijn, dat je het niet kan geloven. Sommige mensen reageren mechanisch, bewaren een emotionele afstand. De werkelijkheid dringt niet door omdat we er op dat moment nog niet toe in staat zijn. Er kunnen zich hallucinaties of waanvoorstellingen voordoen. Daarom is het ook zo belangrijk om het overleden lichaampje te zien, vast te stellen dat het diertje echt dood is. Soms krijgt men de goedbedoelde raad: “probeer het beeld te bewaren hoe hij was toen hij leefde, hij is nu te zwaar verminkt”. In je geest maak je de voorstelling dan soms nog erger dan het al is. Deze goede raad kan bovendien verhinderen de eerste rouwtaak goed af te werken. Naast het erkennen van de werkelijkheid is ook het begrip ervan zeer belangrijk. Waaraan is je dier overleden, waarom hebben we de ziekte niet vroeger opgemerkt,… Met al deze vragen kan je dierenarts zeker helpen.

Tweede rouwtaak : ervaren van de pijn van het verlies

Voel de pijn. Als je de pijn verlicht of uitstelt, verleng je het rouwproces. De pijn komt dan later terug onder de vorm van ziektesymptomen of afwijkend gedrag en vaak leg je dan niet meer het verband tussen de huidige symptomen en het vroegere verlies. Laat het verdriet dus toe. De meeste rouwenden ondervinden tijdelijke en hevige pijnscheuten, perioden van hevige angst en psychologische pijn. In het begin zijn deze aanvallen erg frequent, later komen ze voor als iets het verdriet in herinnering brengt. Jaren later kunnen de tranen in je ogen springen bij het zien van de lievelingsboom van je dier, het horen roepen van zijn naam, het terugvinden van zijn halsbandje,…

Ook opstandigheid en agressie zijn normale gevoelens. Je kan boos zijn op alles en iedereen: op jezelf omdat je niet hebt gezien dat je dier iets onder de leden had, op de dierenarts omdat deze je vriend niet heeft kunnen helpen, op God omdat die het liet gebeuren, op de automobilist die te snel reed,…De mensen die het dichtst bij jou staan, krijgen de meeste woede over zich heen omdat je je bij hen het veiligste voelt.

Pijn kan ook tot uitdrukking komen in schuldgevoelens. Of het nu gaat om reële tekortkomingen (Bv. je zag dat je dier pijn had en afzag en je stelde het dierenartsbezoek uit omdat je zoveel andere belangrijke dingen te doen had) of irreële schuldgevoelens gaat (Bv. was ik maar vroeger thuisgekomen, dan was mijn kat niet verongelukt), het is belangrijk dat je ze uit. Soms moet je even afstand nemen van de pijn om te vermijden dat je volledig uitgeput raakt door het verdriet: maak een wandeling, spreek af met vrienden, trek er een paar dagen op uit. Daarna kan je het verdriet weer volop toelaten en verwerken.

“Verdriet is als een schaduw : soms zie je hem niet omdat hij achter je ligt, soms loert hij van opzij en soms loop je de hoek om en doemt hij levensgroot voor je op. De kleine voorvallen kunnen de pijn in alle hevigheid weer oproepen : een stem, een geur, een liedje, de eerste krokus na de winter. ( van : Manu Keirse )

Derde rouwtaak : aanpassen aan de omgeving zonder de overledene

Vooral voor ouderen is deze rouwtaak zeer belangrijk. Ouder worden betekent vaak dat de sociale contacten sterk verminderen: de werkkring valt weg, de mobiliteit wordt minder, de kinderen wonen apart,…Een huisdier is dan vaak de oplossing voor de eenzaamheid. Vaak is de kat of de hond de grootste vriend. Door hun dier leggen ouderen ook gemakkelijker contacten: een praatje bij de dierenarts, een babbeltje tijdens de dagelijkse wandeling met de hond,…Senioren die een huisdier hebben blijven actiever, zijn over het algemeen gezonder en vereenzamen minder gemakkelijk. Wanneer dat dier dan wegvalt, vallen ze letterlijk in een zwart gat. Niet enkel hun vriend is weg, maar ook de invulling van hun dag wordt totaal overhoop gegooid. Er kunnen veel emoties bovenkomen, zoals kwaadheid, verdriet, agressie, ontgoocheling, machteloosheid. Wie een dier verliest moet zich leren aanpassen aan dit gemis, zich niet hulpeloos opstellen of zich terugtrekken maar nieuwe vaardigheden ontwikkelen, een nieuwe invulling zoeken. Stilaan moet de idealisering van het overleden dier plaats maken voor een reëel beeld. Als men nog andere dieren heeft, mogen deze zeker niet veronachtzaamd worden, ook zij treuren om het verlies van hun kameraad. Zij hebben je aandacht nu meer dan ooit nodig.

Vierde rouwtaak : een nieuwe plaats geven aan het overleden dier en opnieuw leren houden van het leven.

De liefde voor het overleden dier blijft, men denkt er regelmatig met genegenheid aan terug, maar de intensiteit van de band wordt anders. Je doet je overleden vriend geen oneer aan door opnieuw te genieten van het leven, misschien zelfs op termijn van een nieuwe huisgenoot. De band die tussen jullie bestond, kan immers nooit verbroken worden. Ook nieuwe relaties kunnen na verloop van tijd afbreken en eindigen met verlies. Laat je hierdoor niet afschrikken. Het leven is nu eenmaal een constante stroom van geboorte en dood, van begin en einde.

Hoe lang duurt een rouwproces? Het antwoord is verschillend van mens tot mens en hangt samen met verschillende elementen: hoe nauw was de band met je dier, hoe lang waren jullie samen, de omstandigheden van de dood, de steun die je ondervindt tijdens het rouwproces,… Allemaal aspecten die meespelen. Er is licht aan het einde van de tunnel als je terug kan genieten van alledaagse dingen, als je weer de problemen van het leven aankan en als je minder in beslag genomen wordt door het verdriet.

Helga Gillé